♦ Marine geschiedenis berging SS Mediator en de Alphen te Curaçao ♦

In 1987 deed Dr. Wil Nagelkerken van het AAINA de eerste pogingen om het wrak van de Alphen te lokaliseren

 

Uit de Beurs en nieuwsberichten:

In de periode 1995-1998 werd door het voormalig Archeologisch Antropologisch Instituut Nederlandse Antillen (AAINA), thans NAAM (Nationaal Archeologisch Antropologisch Museum) een archeologische opgraving uitgevoerd van het Hollandse fregat Alphen dat in 1778 in de haven van Curaçao explodeerde en zonk.
Tijdens deze opgraving werden meer dan 10.000 artefacten opgegraven, geconserveerd, gedetermineerd en beschreven. Deze zullen een plaats krijgen in het toekomstig Nationaal Museum en een deel heeft reeds een plaats in het Maritiem Museum Curaçao.

Tijdens de periode 1999-heden wordt op zaterdagen door vrijwilligers ook werk verricht aan een ander historisch wrak in de haven van Curaçao, namelijk het Engelse stoomschip SS Mediator, dat in 1884 na een aanvaring in de haven zonk. Van dit stoomschip zijn reeds tekeningen gemaakt en opmetingen verricht en is op kleine schaal met het opgraven begonnen.

 

De eerste pogingen ter lokalisatie

In 1987 deed Dr. Wil Nagelkerken van het AAINA de eerste pogingen om het wrak van de Alphen te lokaliseren.
Er werden 11 kanonnen gevonden die verspreid lagen over een gebied van 130 meter lang en op een gemiddelde diepte van 20 meter.

In 1988 werd het gebied gelokaliseerd waar de meeste brokstrukken waren geconcentreerd nadat over de gehele lokatie kleine opgravingen waren gedaan.
In januari 1995 werd een vier jaren project goedgekeurd en begon de “projectgroep Alphen” onder supervisie van het AAINA het gebied bloot te leggen.
In de periode 2000-2002 werd de opgraving voortgezet, thans door de in 2000 opgerichte stichting STIMANA (Stichting Mariene Archeologie Nederlandse Antillen) onder leiding van de marien archeoloog Dr. Wil Nagelkerken met medewerking van Theo van der Giessen en Willy Conche.
 

Diverse opgedoken artefacten van de SS Mediator en de Alphen
Porselein SS MediatorDolkhandvat fregat AlphenWaterkruiken Zr. Ms. AlphenKanon positie houder fregat Alphen

Ten behoeve van het dateren werden verbrand hout, tuigage, geweerkogels, kanonkogels, koperen spijkers, koperen omhullingen en vele 18e eeuwse glazen en keramieke voorwerpen naar boven gehaald.
Voornamelijk de koperen omhullingen dateren van een 18e-eeuws schip.
De Engelsen begonnen deze bekleding te gebruiken in 1761 en de Hollanders en de Fransen deden dat vanaf 1770.

De aanwezigheid van koperen bekleding klopt met de datum van het Alphen ongeluk zoals vermeld in documenten die in Den Haag zijn gevonden en werden vertaald door Dr. W Nagelkerken.
Een ooggetuige verslag uit 1778 vermeld dat de boegspriet, een laadboom, een deel van de boeg, balken en tuigage op de wal waren terechtgekomen. Het is bekend dat sommige overblijfselen van opvarenden zijn begraven op een begraafplaats in Otrobanda, maar de meeste menselijke overblijfselen zijn nooit geïdentificeerd en zijn waarschijnlijk begraven onder de brokstukken.

 

De Alphen

Het Nederlandse oorlogsschip Alphen was een fregat, een categorie schepen waarvan men aanneemt dat die in de Middelandse Zee is ontwikkeld en rond 1646 door de Britse Royal Navy werd geintroduceerd als een zeewaardig gevechtsvaartuig, door middel van zeilen voortbewogen.
De eerste fregatten waren uitgerust met 24 tot 28 kanonnen, werden bemand door 160 tot 250 zeelieden en hadden een tonnage van 400 tot 600 ton. Het fregat was een opmerkelijk schip gedurende de Gouden Eeuw van de scheepvaart.

Eén enkel dek liep van boeg tot achtersteven. De opbouw was smal en laag.
Het officiersdek besloeg ongeveer de helft van de scheepslengte en midscheeps bevond zich een grote opslagplaats.
Tussen de luiken, bestemd voor de kanonnen, bevonden zich voorzieningen voor roeispanen die werden gebruikt bij moeilijke manoeuvers of bij het ontbreken van wind.

Een typisch 18e eeuws fregat was ongeveer 150 voet lang op de waterlijn en 40 voet breed.
Het fregat was behoorlijk snel vanwege haar gestroomlijnde vorm en het grotere aantal zeilen.
De populariteit van het fregat duurde tot ongeveer 1860 toen door stoom aangedreven schepen de zeilschepen van de belangrijke marines geleidelijk aan vervingen.

De Alphen was een oorlogsschip van de vierde klasse en was uitgerust met 36 kanonnen, een mengeling van 6-ponders en 12-ponders. De Alphen was door de Nederlandse regering naar de Nederlandse Antillen gestuurd voor routine patrouilles langs de kust en als bescherming tegen piraterij of een mogelijke buitenlandse invasie.
Zij was vanuit Nederland naar Curacao uitgezonden om hier op 4 augustus 1778 te arriveren met een bemanning van 230 zeelieden, onder commando van George Willem Hendrik, baron van der Feltz.

 

De ondergang van het fregat

Ondergang fregat AlphenOp de ochtend van 15 september 1778 lag de Alphen afgemeerd in de
St. Annabaai te Curaçao.

In de nabijheid van de Alphen lagen ook het met 56 kanonnen uitgeruste fregat Princesse Royaal Frederica Sophia Wilhelmina, vijf koopvaardijschepen en vele kleinere schepen voor anker.
Die ochtend werd in de haven van Curacao even vóór acht uur een zware slag gehoord door de gezagvoerder van de Princesse Royaal, Graaf van Bylandt die zich toen op het halfdek bevond.

 

Daarna volgde een veel zwaardere slag en sprong het fregat Alphen uit elkaar.
Het voorschip was weggeslagen en het achterschip was een weinig boven water.
Het schip was in het midden doorgebroken.
De grote en besaansmasten en tuig lagen achterover over het hek heen, alles aan stukken en brokken.
Het water steeg zo hoog in de haven, dat het door de poorten van het fregat Princesse Royaal Frederica Sophia Wilhelmina tusseneks, die alle open waren, naar binnen kwam.

Bij de explosie kwamen 205 mensen om, zowel scheepsbemanning als dokwerkers.
Vele bemanningsleden zaten opgesloten tussen de dekken omdat ze juist aan het ontbijten waren.
De enige reddingspoging op het schip leverde slechts een paar kanonnen en wat eigendommen van de gezagvoerder op. Van het fregat Alphen is na bijna 225 jaar niet veel over gebleven.

Het fregat was een houten schip. Hoewel gebouwd van stevig eikenhout, is er na zo vele jaren van dit hout niet veel overgebleven. De periode 1764-1779 was voor de Nederlandse Marine een benarde periode.
Er was weinig geld waardoor het moeilijk was om de schepen te bevoorraden en de lonen voor de bemanningen te betalen. Als gevolg daarvan waren vele Nederlandse oorlogsschepen niet genoeg bevoorraad en ontbrak het de bemanning aan training en ervaring. Deze omstandigheden hebben waarschijnlijk bijgedragen aan dit tragische ongeluk aan boord van de Alphen.

:: top ::