♦ Marineschepen – Hr. Ms. van Kinsbergen ontvreemd wederom het boegbeeld ♦

Een merkwaardige traditie binnen de Koninklijke Marine

 

Wapen fregat Hr. Ms. van KinsbergenHr. Ms van Kinsbergen

Bron:  Instituut voor Maritieme Historie  ::  Auteur: SGT. ADB. R. A. Jager

SGT. ADB. R. A. Jager

Krantenknipsel Hr. Ms. van KinsbergenNiemand weet eigenlijk precies hoe en wanneer de traditie, welke in de marine bekent staat als “de roof van de Loden Verrader” ontstaan is.

Feit is, dat in de loop de jaren diverse Nederlandse oorlogsschepen, die de West bezochten kapersneigingen vertoonden en het zich tot grote eer rekenen het boegbeeld te stelen van de rechtmatige eigenaren, de familie Maduro.

Het eerstvolgende oorlogsschip, dat Curaçao aandeed, bracht het beeld weer netjes en fris opgeverfd terug, het werd in de tuin geplaatst en niettegenstaande het daar goed bewaakt werd verdween het schegbeeld toch weer spoorloos en vertoonde zich eerst de volgende ochtend maar dan op de boeg van het vertrekkende oorlogsschip!

 

Gegevens van de familie Maduro

Wat ik mij persoonlijk herinner uit verhalen en geschriften en uit gegevens, die Mevrouw Bequita Maduro en de heer Benny Maduro mij verschaften, kunnen we het volgende construeren.

Omstreeks het midden van der achtiende eeuw leed er een Nederlands oorlogsschip schipbreuk vlak voor de haven van Willemstad. Een gedeelte van het schip en wel de buste van het schegbeeld spoelde aan in de St. Annabaai en was vervolgens het strandrecht eigendom van de havenmeester, toen een Marineofficier.

Deze man was er zoals zoveel zeelieden tuk op iets van een schip in zijn huis te hebben en plaatste het borstbeeld in zijn tuin. Op een gegeven ogenblik echter werd zijn huis, waarschijnlijk omdat hij zelf een andere woning betrok, gekocht door de familie Maduro die meende dat daarmee ook het schegbeeld gekocht was.

Dat nam de Marine echter niet.

Een stuk van een oorlogsschip staat voor haar gelijk met een relikwie en zoiets verkoopt men niet.
Enkele opvarenden van het schip, dat naar Holland ging, stalen het beeld dan ook prompt uit de tuin en zetten het trots op de boeg toen ze de St. Annabaai uitvoeren.

Aangezien echter de Maduro’s juridisch gesproken de eigenaar waren, moest het in Holland op order van hogerhand het eerstvolgende oorlogsschip het beeld teruggeven en verontschuldigingen aanbieden.
Dat was echter niet naar de zin van onze marinemannen. Weer werd het beeld gestolen en vanzelfsprekend moest het weer teruggebracht en overgedragen worden aan de eigenaren, hetgeen sindsdien met enig ceremonieel geschiedde.

Zo ontstond deze marine traditie, welke enig in zijn soort is in de Koninklijke marine.

 

De marinetraditie in het kort

Het schegbeeld op de Hr. Ms. van KinsbergenAangezien traditie bij de Koninklijke Marine “een heilig huisje” is, was het niet meer dan logisch, dat elk schip een poging waagde, het boegbeeld mee te nemen. De een had daarbij meer succes dan de ander.

De laatste maal nam Hr. Ms. Gelderland het boegbeeld mee naar Holland, d.i. nu tien jaar geleden. In de nacht voor het vertrek wist men zich toegang te verschaffen tot het huis waar het schegbeeld deze keer opgeborgen stond.

Via het belendende perceel, het dak en door enige dakpannen te verwijderen legde men beslag op het begeerde beeld en ik herinner mij nog heel goed dat de Gelderland met het boegbeeld voorop het Nieuwediep binnen liep.

Aardig om hier te vermelden is, dat toen Hr. Ms. Gelderland gemeerd lag enkele Curaçaose jongelieden, die in Nederland studeerden, gedurende de nacht getracht hebben met een bootje aan boord te komen met de kennelijke bedoeling het beeld terug te stelen. Een oplettende wacht stak hier gelukkig een stokje voor.

Hr. Ms. Johan Maurits bracht het beeld weer netjes terug.

 

Tijdens de oorlog

In 1940 echter toen Nederland bezet was, waren de Maduro’s bang het beeld voorgoed te verliezen en borgen het dus veilig op in de kluis van hun bank op het Ruyterplein. Toch waagde Hr. Ms. Sumatra in dat jaar nog een poging. De koude boel van de machinekamer forceerde het een en ander maar het mocht niet gelukken. Doordat er echter nog al veel schade was aangericht had men een niet al te goede indruk achtergelaten.

En dit was dan ook de oorzaak dat toen wij in Augustus 1947 in Willemstad aankwamen met de Hr. Ms. van Kinsbergen, het beeld nog steeds in de kluis stond.

Voordat we nu overgaan de details te onthullen van de wijze waarop enkele leden der bemanning van Hr. Ms. van Kinsbergen er in slaagde zich van het beeld meester te maken, zullen we eerst nog even nagaan hoe men aan de naam komt. De “Verrader”. — Vroeger moesten oorlogsschepen zodra de trossen los waren en het beeld op de boeg geplaatst werd naar de wal geseind hebben, dat er bij inspectie vlak voor vertrek een “man” te veel aan boord was.

Op deze manier gaf de commandant dan te kennen dat er een “verrader” aan boord was en aangezien de trossen al los waren, het niet meer mogelijk was deze man weer aan de wal te brengen.

Hij zou dan wel uit de eerst volgende haven i.c. Nieuwediep teruggestuurd worden, zoals het gewoonte is met verstekelingen. Hierdoor omzeilde men alle mogelijke complicaties, zoals politieonderzoek etc., want het was tenslotte maar je reinste diefstal.

Tegenwoordig seint men pas zodra het schip met zijn traditionele last de haven uit is, want de Maduro’s zijn machtige lieden in Curaçao en zouden de Pontjesbrug voor ons neus dicht laten draaien.

“Loden” schijnt afgeleid te zijn van “Roden” omdat het beeld gedeeltelijk rood is geschilderd.
Aangezien de dieven het geval tijdens het delict nogal zwaar vonden — en dat is het ook — maakte men er
“Loden Verrader” van.

Zodra bekend was, dat de adelborsten hun kruisreis, naar de West zouden maken en dan nog wel met Hr. Ms. van Kinsbergen, een schip in zo nauw verband met Curaçao en West Indie, doordat het tijdens de oorlog daar ook gestationeerd was, kwamen direct plannen op om wederom een poging te wagen de traditie voort te zetten.

Overigens lag menig illegaal werker zo’n “kraak” wel.

 

Geen slapende honden wakker maken

Fregat Hr. Ms. van Kinsbergen 1947Eind September viel mij de eer te beurt van de commandant, de kapitein luitenant ter zee W.F. van Vreeswijk, opdracht te krijgen het beeld aan boord te brengen. Om te veel geklets en inmenging te voorkomen en daardoor eventuele slapende honden wakker te maken, werden door de divisie chef andere groepen, die pogingen wilde wagen, daarvan afgehouden en verder alles zoveel mogelijk geheim gehouden.

Het zal in dit verslag ook wel opvallen, dat verschillende details van de voorbereiding en uitvoering ontbreken of vaag aangeduid worden.

 

Dit om het onze opvolgers in Willemstad niet al te makkelijk te maken bij een volgende poging.

 

De stemming van de Maduro’s peilen

Allereerst werd op tactische wijze getracht de stemming van de Maduro’s over een eventuele hervatting van de marinetraditie te peilen, maar hoewel niet alle leden der familie er tegen waren, ging men toch niet op onze zachte wenken in en bleef het beeld in de kluis staan.

Hoe meer onze vertrekdatum naderde, hoe meer men in Willemstad opmerkingen hoorde als: “de Hr. Ms. van Kinsbergen neemt hem vast en zeker mee” en “We gaan de elfde November kijken hoor en ik wed dat hij op de brug staat” etc. Ondertussen zag het geheel er niet zo veelbelovend uit. Maduro was ven mening, dat het nu maar eens afgelopen moest zijn en voelde zich veilig nu het boegbeeld goed opgeborgen was.

De mens wikt, doch de tand des tijds beschikte echter deze keer, dat de bank met het aangrenzende reisbureau van Maduro & Sons noodzakelijk verbouwd moest worden. En een Employé belast met de archieven vond het nodig, dat in verband met al de rommel en stofboel van de verbouwing een groot gedeelte der archieven moest worden overgebracht.

Deze werden uit de kluis gehaald en naar de overzijde, Madurostraat 6, gebracht.
En het toeval wilde, dat deze archieven in dezelfde kluis waren ondergebracht als het schegbeeld.
Naar alle waarschijnlijkheid was dus ook het beeld verhuist naar Madurostraat 6.

Dit laatste is dan ook bij het ontvoeringschema, dat opgesteld werd, steeds aangenomen maar was het enige punt, dat op het laatste ogenblik een grote gok was. Zodra deze verhuizing ons ter ore was gekomen werd een begin gemaakt met het “intelligence work”.

Vooropgesteld dient te worden, dat dit zeer voorzichtig moest plaatsvinden, want werd er lont geroken dan bestond de kans, dat de Maduro’s eens gingen kijken of het beeld nog wel in de kluis stond.
Bleek het hun, dat dit niet het geval was, dan zouden zij wel een onderzoek instellen en tot de ontdekking komen, dat no. 6 een zeer onveilige bergplaats was.

 

Intelligence work van de Hr. Ms. van Kinsbergen

Bemanning Hr. Ms. van KinsbergenDe laatste week van ons verblijf in Willemstad werd dan ook besteed om uit te knobelen hoe en wanneer de overval het beste plaats kon vinden.

Allereerst kwam de vraag overdag of ’s nachts? ’s Nachts was het perceel op slot (een stevig Lipsslot nog wel) en geen belendende huizen waardoor eventueel toegang tot de archieven verkregen kon worden.

Verder weet iedereen wat voor een buurtje het is, druk, veel politie en zeker niet geschikt om te trachten de deur te forceren terwijl iedereen op grote afstand kon zien, dat er iemand bezig was.

 

Een groot nadeel was ook, dat inbraak de volgende morgen direct opgemerkt zal worden, terwijl het schip pas ’s middags zou vertrekken. Dit alles deed ons besluiten overdag een poging te wagen.

Naar het voorbeeld van talloze overvallen tijdens de bezetting op distributiekantoren etc. was de eenvoudigste manier de beste, en wat was eenvoudiger dan op een gunstig ogenblik, als de deur openstond, naar binnen te lopen, wat te snuffelen en weer doodgewoon naar buiten te komen. Er zou geen haan naar kraaien.

Het enige wat nog onderzocht moest worden was een gunstige ogenblik, afgezien van het feit dat nog helemaal niet vast stond of het schegbeeld inderdaad daar aanwezig was.

Welnu, de ochtenduren waren ongunstig.

De gehele morgen liepen er employés, de Maduro’s maakten nogal eens een rondje, of gingen een kop koffie drinken in Café d’ Orient. Tevens heerste er een grote drukte en zou parkeren met een auto in de buurt moeilijkheden kunnen opleveren. (er mocht overigens helemaal niet geparkeerd worden in de Madurostraat) ’s Middags werd de deur tegen 2 uur opengemaakt en om 5 uur ging alles weer op slot.

Van 2 tot half 3 waren de Maduro’s meestal aan een soort middagdutje toe en dus niet op straat.
Ook de employés, pas op kantoor gekomen om 2 uur, zouden het eerste kwartier niet direct met stukken gaan lopen.
Zodoende stelden wij het gunstige ogenblik vrij nauwkeurig vast tussen 14.05 en 14.15 uur. Tien minuten speling dus.
Als we nu maar net deden of we ook employés met stukken waren, zou het niemand opvallen.

Dit eenmaal vastgesteld, was de zaak eigenlijk al bekeken.
Mislukte het ’s middags dan was altijd de nacht en de volgende middag er nog.
De “Intelligence” was er en nu kon worden overgegaan tot actie.

 

Zou het boegbeeld er staan?

Het schegbeeld in 1947Hr. Ms. van Kinsbergen, maandag 10 November 12.30 uur.
Vier adelborsten: Moree, Schalkwijk, Herrijgers en Steller dezes begaven zich met kloppend hart in een sloep om naar Parera gebracht te worden.

Zij hadden een paar tassen bij zich met burgerkleding, jute zakken en wat touw.
Op de basis werd het burgerpak aangetrokken (officieren met arrow shirts hadden deze belangeloos aan ons afgestaan).

Om 12.45 uur toeterde de lage blauwglanzende Stuebakker van de E.O. van Parera, Ltz 1 Denscher, onder onze kamer en achter elkaar doken we erin.
In de auto hoorden de overvallers voor het eerst wat ze precies te doen hadden.
Het leek toch zo eenvoudig.

Bij Cinolandia gingen drie man er uit, Moree en Schalkwijk waren aangewezen om naar binnen te gaan en Herrijgers stond uitkijk en reserve en moest als zijn beide collega’s na een kwartier niet naar buiten kwamen, eveneens naar binnen komen.

De eerste officier, die chauffeerde en steller dezes, die de leiding had, bleven in de wagen omdat de Maduro’s ons beiden kende.

Om 13.05 uur kwamen we via de Herenstraat, de Madurostraat inrijden en als direct bleek, dat er nog niets loos was. Alles was potdicht. Het uurtje, dat toen volgde was zenuwslopend.

Om het kwartier werd een rondje gemaakt met de auto en steeds bleek weer, dat alles nog dicht was. We parkeerden op het Wilhelminaplein, het was bloedheet in de blakerende zon; de eerste regendruppeltjes van de regentijd begonnen te vallen.

Om 13.55 hadden we er genoeg van en zetten de auto dichtbij de plaats van de actie. Nog steeds liepen de drie adelborsten te schilderen, in winkelruiten te kijken, en plannen voor ’s nachts te maken. 14.00 uur: Nog niets aan de hand. Wel begon er al leven in de bank te komen.

Een plotselinge compilatie deed zich voor in de vorm van een SGT. de Mariniers, ons welbekend, die zijn inkopen aan het doen was. En wij waren in burger. We zagen een rapportje al in de lucht hangen.
En onze collega’s die met de sloep van 14.00 uur de wal opkwamen, wat zouden die voor gezichten trekken als ze ons daar in dat “soepele tenue” zouden zien?

14.05 uur Vlak naast onze auto kwam een indrukwekkende man de bankingang uit, liep achter ons om naar de overkant en deed de deur van nr. 6 open. Door het spiegeltje konden we in de auto alles volgen.

Onze Cerberus liep majestueus naar een der ingangen op het de Ruyterplein en onze weg was vrij.
Moree, aktetas onder de arm, verdween de trap op, ons in angst en spanning achterlatend.
Zou het beeld er staan?

Na een paar minuten kwam hij eruit, mompelde “safe” en liep een minuut later met Schalkwijk wederom naar binnen. We starten de motor en zetten de achterdeur aan de straatzijde van de klink af.

14.12 uur Twee adelborsten kwamen met het onschuldigste gezicht ter wereld de deur van nr.6 uit en droegen iets in een zak gewikkeld. Terwijl tientallen mensen op en neer liepen en bankmensen in de ingang vlak bij ons met papieren in de hand een praatje stonden te maken (misschien moesten ze wel naar nr. 6 toe) werd het bul kalm op de achterbank gelegd. De drie man erbij, de auto reed al, en hurry up het straatje uit.

 

Afscheid van de Adelborsten

Floep, het verkeerslicht bij de Columbusstraat sprong op rood. Een moeilijkheid die ’s ochtends toen we het traject uit reden, al overwogen was. Angstig werd achterom gekeken.

Niets bijzonders te zien. Nauwelijks had het oranje licht zich vertoond of we stoven weg, de Pieter Maaystraat uit, het Julianaplein langs de stad uit. We borgen “de poet” op in de garage van een eerzaam burger.
Hij wist niet wat het was en wilde met alle genoegen het pakje even laten staan tot we het zouden ophalen.

Onderweg  joeg een grijze neger-chauffeur ons nog de stuipen op het lijf door vlak achter ons te blijven rijden.
Een omwegje over het rif bij Parera bevrijde ons van de schrik.
De rest is vlug verteld.

Tijdens het afscheidsfeest van de adelborsten op Parera hebben mijnheer Dencher en ondergetekende tegen middernacht het beeld opgehaald, naar de basis gebracht en met de sloep van Hr. Ms. van Kinsbergen hebben de adelborsten eigenhandig (enkele zelfs ontwetend) deze kostbare last naar het schip gebracht.

In “gala uniform” borgen twee adelborsten MSD het bul op tussen de schoorsteenoplopen van de achterketel en gingen toen weer gerustgesteld en tevreden terug naar Parera om nog even een borreltje –en wat voor een– te pikken.

11 November 1947, om 13.50 uur, toen meerrol werd geblazen, verscheen de “Loden Verrader” op de boeg om zijn triomfantelijke tocht op de Hr. Ms. van Kinsbergen door Willemstad en straks in Holland te beginnen.

Moge door het herstellen van deze oude traditie de hechte band, die er al sinds lang bestaat tussen de Koninklijke marine en de zo gastvrije Curaçaose families, verstevigd worden.
Het contact tussen Nederland en de West, dat vooral in deze tijden zo belangrijk is, wordt daardoor slechts bevorderd, al moge het gek klinken, dat een diefstal daartoe bij kan dragen.

 

In Zee, November 1947
a.b. Hr. Ms. van Kinsbergen
R.A. Jager. serg. adelborst MSD

 

Na vertrek van de Hr. Ms. van Kinsbergen haastte de commandant zich,
een telegram aan de oudst aanwezige zeeofficier op Curaçao te zenden dat luide:

Telegram Hr. Ms. van KinsbergenAntwoord Hr. Ms. van Kinsbergen

 

 

 

 

 

 

 

:: top ::